28
Er komt een tijd, dat elk van ons
't Er was 'reis" zal herdenken.
O, zij toch die gedachte schoon;
Blij zal dan 'tafscheid wenken.
Elkeen heeft zijn geschiedenis,
Zijn jong, zijn oud verleden.
Moog elk, met zijn »Er was ereis"
Tevredengrafwaarts treden.
Dan zal bij 't naderen van het eind
Men niet voor 't einde vreezen.
't Er was ereis" zal dan een stut,
Een steun in sterven wezen.
T. P.