33
Eensklaps werd hij in zijne gedachten gestoord door
zijnen vriend Werder, die hem wilde meetroonen naar
den luidruchtigen kring.
»Kom kerel, geen zorgen voor den tijd, elke kogel
draagt immers geen kaartje met jouw adres". Een
hooge blos kleurde Willem's gelaat.
»Je vermoedt toch niet, dat ik bang ben", klonk
het toornig.
»Hé, wat sla je weer door, ik zal je niet beleedigen,
met daarop te antwoorden". Maar reeds stak Willem
zijn vriend de hand toe, «neem me niet kwalijk, je
weet wel, dat ik zoo'n gedachte bij jou niet verwacht,
maar laat ons trachten heen te gaan".
«Goed, maar dan eerst mee naar ons tafeltje om
afscheid te nemen, ik geloof, dat ze daar al bezig
Werder had gelijk, alle gasten waren opgestaan en
bedankten den gastheer.
Buigende kwam Van Maaren op Lydie toe en deed
zijn best, om een hartroerend afscheid te nemen. «Als
u soms een kruisje mocht verdienen, dan moet u het
mij dadelijk komen laten zien, hoor", klonk het spot
tend van haar lippen en Van Maaren, die het voor
ernst opnam, antwoordde gestreeld: «Mocht ik het na
den strijd als eene eerbiedige hulde aan uwe voeten
kunnen leggen, zelfs de uitreiking zou mij niet eer
voller toeschijnen"; maar daar hij merkte, dat zij
reeds met een ander in gesprek gewikkeld was, zonder
verder naar hem te luisteren, trok hij zich terug en
was spoedig buiten.
zijn
r