37
de eerste boden der zon gleden over een bleek meisjes
gelaat, welks open mond onhoorbaar «Willem" scheen
te fluisteren.
Twee dagen na het feestje bij de familie Van Velt-
hoven trok de expeditie uitschetterende fanfares
doortrilden de blauwe zoele lucht, en een luid gejuich
weerklonk van de boot, zoowel als uit de menschen-
massa, die aan den wal stond, om den vertrekkenden
een tot weerziens toe te roepen; maar op een klein
boudoir in een der landhuizen zat Lydie, het gelaat
in de handen verborgen, en barstte in luid snikken
los, toen het kanonschot het sein van vertrek deed
hooren.
Op het voordek van de boot stond Willem van
Straalenonbeweeglijk turend naar de wit glinsterende
murendie zijn lieveling voor het oog verborgen. Hij
juichte niet mee, toen de stoomer zich langzaam,
majestueus door de glanzende golven voortbewoog, hij
hoorde het niet; in zijn oor klonken de laatste woorden
van Lydie: «tot weerziens".
Reeds twee weken geleden was de expeditie op de
kust van Sumatra aan wal gezet, maar Willem van
Straalen was nog niet in 't vuur geweest, morgen
echter zou hij met Werder onder Kapitein Gautier
uittrekken. Het plan was, eene vijandelijke versterking
te overrompelendie het den onzen zeer lastig maakte-
Midden in den nacht werd appèl gehouden en in
alle stilte trok de colonne uit. Het was stikdonker
II.