52
den van daareven. Hij liep naar de deur, en riep
zijn ouden oppasser terug, die eenige oogenblikken
daarna in de positie voor hem stond.
«Zeg, Storm, ik word wellicht spoedig overgeplaatst,
en daar je me altijd trouw hebt gediend, wilde ik je
een souvenir geven."
w'kHeb u naar mijn beste weten gediend, luit'ent,
en als u weg gaat, ga ik ook weg. Dan laat ik me
niet meer lijmen voor 5 jaar, en als u me niet weg
jaagt, dan blijft Storm bij u."
Hier pinkte de oude een traan weg, die hem over
de verweerde wang rolde. Getroffen stak Willem hem
de hand toe, die de oude flankeur hartelijk drukte.
»Nu, Storm, als je bij mij wil blijven vind ik het
best, hoor, maar je moet deze klewang aannemen, zij
zal je altijd herinneren aan den tijd, toen we samen
op Atjeh waren."
Antwoorden kon Storm niet meer, hij nam met
bevende handen het wapen aanen drukte het aan
zijn borst, terwijl Willem opgewekt voortging: En ga
jij van avond ook eens feestvieren en je kameraden
tracteeren.
»Dan zal ik ze vertellen, hoe de luit'ent gevochten
heeften danhier straalde opgewondenheid uit
het grijze gezicht zullen ze me benijden, dat ik
onder u mee heb mogen vechten."
»Dat niet, Storm, je weet, dat ik daar niet van
houd, maar leer ze je eigen trouw en moed, die jij
nog altijd hebt getoond", en na Storm eenig geld in
de hand te hebben gedrukt, gespte Willem zijn sabel
om en ging heen.