Is-
53
Toen hij op het afgesproken uur voor het huis van
den heer en mevrouw van Wanink stilhield, kwam de
heer des huizes hem tegemoet en leidde hem binnen.
»Mijn neef is er nog niet, maar hij kan elk oogen
bliek hier zijn, laten we hem in de galerij opwachten."
Daar vond Van Straalen ook Mevrouw Wanink, die
hem glimlachend ontving, en hem een plaatsje naast
haar aanwees. Spoedig waren zij in een druk gesprek
gewikkeld, terwijl Mijnheer zich ongemerkt verwijderde
om te zien of alles in orde was, want over een
kwartiertje zouden de gasten komenen Willem
mocht niet merkendat er iets bijzonders aan de
hand was.
Plotseling stond Mevrouw Wanink op en verzocht
Willem haar te volgendoor den breeden gang ging
zij hem voor naar de voorgalerijwaar hij een oogen-
blik verbaasd bleef staan, en toen zijn gastvrouw
vragend aanzag. Deze begreep, dat zij niet langer
kon zwijgen en vertelde hem lachend, dat hij krijgs
gevangen was en niet meer kon ontsnappen.
Neen, hij kon niet meer weg, want daar kwamen
reeds de eerste gasten, en al was Willem inwendig
woedend, dat Werder hem er zoo had laten inloopen,
nu moest hij buigingen maken en voorgesteld worden.
Juist stond hij met eenige heeren te pratentoen
hij achter zich een welbekende stem hoorde. Een
schok ging hem door het lichaam, werktuigelijk keerde
hij zich om en stond voor Lydie van Velthoven. Ook
zij was er niet op voorbereid hem hier te zien en
zwijgend, niet bij machte een woord uit te brengen,
<r