t ZIELESMART, O, laat dan éénmaal, éénmaal slechts, den blik nog [op mij rusten, Ontsluit voor éénmaal nog, den mij zoo dier'bren [mond De lippen, die zoo troostend, liefdevol me kusten, Als 'k moeaan uwe borsteen rustplaats zocht [en vond Ach liev'ling, open éénmaal nog de lieve, trouwe oogen En reik m' uw hand, die macht'loos, koud daar [ligt! Vergeef, wat 'k u misdeed, ach, heb toch mededoogen, En geef me sterkt' en moed en kracht tot mijnen [plicht Helaas! ge antwoordt niet; ge hoort niet meer mijn [bede Uw ziel is heengegaan, tot haren Schepper weer, Ze is tot zaal'ge rustten eeuw'genkalmen vrede En uit der heem'len rijk, ziet liefd'rijk g' op mij [neer.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1897 | | pagina 195