66 Ik ken dien smartelijken kampstrijd wel, Dien 't hart zoo vaak met het verstand moet strijden Van ingehouden woorden bonst het fel. Maar toch, mijn arm blind hart, hoè gij moet lijden De tijd van uw verlossing nadert snel: Ééns zal ik van dat dwangjuk u bevrijden J. K. M. A., Provoost, 22 April 1895.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1897 | | pagina 200