74 nog eenmaal ter hand, het verhaal te doen van die droeve stonde zou mij te zeer smarten »Nu zijt gij mijn meester. »In den aanvang nog treurende om het verlies van dien onvergetelijken kunstenaar, is mijne smart nu langzamerhand uitgewischt. Wel mis ik bij u den meestergreep, en is mijn spel eenvoudig onder uwe hand, maar toch, ik hecht mij aan u. Wanneer gij, moe van dienst of studie, door mij afwisseling zoekt, dan doe ik mijn best om u in uw spel bevrediging te doen vinden, dan vindt gij steeds een trouwen makker in mij, die lief en leed met u wil deelen. »En nog lang, nog heel lang hoop ik die trouwe makker te blijven."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1897 | | pagina 205