GEBED
wil mij nietom wat ik heb misdaanverachten
Laat in de menschenmassa mij niet lmlp'loos
[staan
Hebt gij wellicht het levensraadsel goed verstaan?
Zoo wil dan trachten mij mijn lijden te verzachten!
Maar neen ook uw bestaan was zoeken, streven,
[strijden
Ook gij, al draagt ge 't hoofd zoo hoog, hebt steeds
[gedwaald.
En ieder, die mij heeft gevonnisd en gesmaald,
Kon evenmin zich van onwetendheid bevrijden.
O Gij, die dacht aan 't Goede steeds uzelf te wijden,
Gij oordeeltkruisigt mij maar zeg mewat is schuld
Ge weet het niet 1 Uw tijden zijn nog niet vervuld
Zoolang gij nog geen wroeging kent en boete en lijden.
Gij hebt om zonde van uw nevenmensch geleden
Maar hield uw eigen ziel van zonde en misdaad rein
Dan kunt gij ook vertrooster niet noch rechter zijn
Hebt gijals ikuw éigen slechtheid wTel bestreden
5.C&9