83
alleen met hem wasnu ontbrak haar geheel de
moed, om hem toe te spreken. Toch gevoelden ze
beiden, dat hun iets op 'thart lag, dat zij elkaar
moesten openbaren. Eindelijk verbrak Sjoerd het
stilzwijgen en vroeg haar, hoe het kwam, dat zij
zoo ineens vóór hem stond. Stijntje keek eerst
angstig rond of niemand hen kon bespieden, en zeide
toen op eenigszins koelen toon:
«Heel eenvoudig, Stellema, ik heb je opgezocht om
je rekenschap te vragen van je onverklaarbaar gedrag.
Waarom heb je nooit meer eens getracht, mij te spreken
waarom ben je me nooit meer tegen gekomenom me
moed in te spreken Zeg opwaarom heb je me alleen
gelaten in de oogenblikkenwaarin ik verwacht had
dat ik op je zou kunnen rekenen Hier hield zij
op en wachtte een antwoord af, maar toen dit niet
spoedig kwamdaar haar minnaar door die reeks
van verwijten verpletterd was, nu hij zag, dat zijne
goede voornemens zoo geheel verkeerd begrepen werden
voegde zij er op scherpen toon aan toe, daar zij door
zijne stilzwijgendheid haar vermoeden bewaarheid
dacht
«Nu begrijp ik het; ge hebt me eerst om den tuin
geleid en toen er gevaar kwam opzetten, heb je je
lafhartig van mij afgekeerd en mij alleen laten zitten.
Nu zie ik ook indat vader gelijk hadmij voor je
te waarschuwen".
Dat was Sjoerd te veel. Plotseling liep hij op haar
toe, viel vóór haar op de knieën neer en verzocht
haar dringenddie laatste woorden weder terug
te nemen.