■J
Wanneer ik aan V denk
k denk aan u, wanneer door 't dicht gebladert
Het zachte morgenwindje speelt,
6 lk denk aan uwanneer op d' Academie
De taaie voordracht mij verveelt.
Ik denk aan u, als d' elementen woeden,
De stormen buld'ren over 't land
Ik denk aan u, wanneer wij tirailleeren
In 't Teteringsche heidezand.
Ik denk aan u, als 't hemelsche gewelf
Begoten is met maanlichtschijn
lk denk aan u, als achter de kazerne
Wij aan het exerceeren zijn.
Ik denk aan u, wanneer de voog'len zingen,
De eendjes snaat'ren in den plas,
Ik dacht aan u, ook toen slechts brood en water
In de provoost mijn voedsel was.