CXXXlll
Reservcrations.
a. Voor officieren.
Vóór het vertrek uit het garnizoen worden alle
officieren, (en minderen) overeenkomstig het bepaalde
in art. 2 van het Koninklijk Besluit van 23 November
1880, n°. 25 van een reserveration levensmiddelen
voorzien. (4)
Voor zoover in de garnizoenen reserverations vleesch
(bussen met verduurzaamd vleesch van 0.3 KG.) en
beschuit voorhanden zijn, moeten die worden uitgereikt.
Kunnen die niet of niet volledig uit militaire inrich
tingen worden verstrekt, dan zorgt elke compagnies-,
eskadrons- of batterij-commandant voor de aanschaffing
van de noodige reserverations, overeenkomstig het
bepaalde in art. 2 hierboven vermeld.
Bovendien wordt door de zorg van voornoemde
commandanten voor ieder tot zijn onderdeel behoorenden
officier (en minder militair), hetzij daarbij reeds aan
wezig of in de eerstvolgende dagen te verwachten,
één ration levensmiddelen medegevoerd op de trans
portmiddelen der compagnieëneskadrons of batterijen
of ter plaatse van bestemming aangeschaft. Bij voor
keur moeten deze levensmiddelen uit soorten bestaan
welke niet spoedig aan bederf onderhevig zijn.
(1) Dit artikel luidt: De Officieren en minderen, bestemd voor
het veldleger of voor de bezetting van versterkte plaatsen, zullen
zoodra het leger op voet van oorlog wordt gebracht, voor 'sRijks
rekening worden voorzien van een reserveration levensmiddelen
waarvan de samenstelling is als volgt
0.25 KG. rookworst of 0.2 KG. kaas
en 0.50 beschuit 0.75 munitiebrood.