f*
VII
liet einde van dezen cursus de Academie vaarwel
te zeggen, en de aftredenden kunnen slechts met
oprechtenwarmen drang den almanak in de hoede
van de jongere kameraden aanbevelen. Nog rust op
ons de aangename plicht, onzen innigen dank te
betuigen aan het bestuur der Academie, dat ons ook
dit jaar weder zoo belangeloos met raad en daad ter
zijde stond.
En hiermede nemen wij afscheid van onzen bescher
meling, die ons in het tweetal jaren, dat wij voor
zijn welzijn mochten strijden, werkelijk lief geworden
is. Onze innig gemeende heilwenschen vergezellen
hem op zijn verder levenspad, moge steeds deze
traditie der Academie bij de jongeren bewaard blijven
en de aan Mars gewijde zich verheugen in oneindig
grooten bloei, krachtig gevestigd op onwrikbare grond
slagen
De Redactie
P. H. II.