J CXLV In die dagen werden ook de garnizoensplaatsen waar de Infanterie en Cavalerie drie en een halve maand zouden vertoeven-, bekend gemaakt, en ofschoon niet aan al onze aanvragen kon worden voldaande meesten zouden naar het aangevraagde garnizoen wor den gedetacheerd. Zondag 16 Mei werd het aan de Redactie van den Almanak vergund om aan het korps mede te deelen, dat de Gouverneur den Cadetten had toegestaan den Almanak met hun inzendingen te steunen eene toestemming, die den Almanak met al zijn meer en minder goede karaktereigenschappen in vorm en inhoud weer maakte tot een product van het Cadettenleven van het geheele korps, en die door ons dan ook zeer op prijs werd gesteld. Den vorigen Zondag was het ons toegestaaneene opvoering van de bekende opera: »La fille de Mad. Angot" tot het einde toe bij te wonen en allendie van deze vergunning hadden gebruik gemaakt, kwamen in de vroolijkste stemming weer tehuis. Nog dagen en weken daarna klonken de aardige en typische aria's door het gebouw. Den 17den Mei brak de gevreesde dag aan. Het overgangsexamen van de Infanterie en de Cavalerie was begonnen en in plaats van vroolijke, opgewekte gezichten zag men velen met een bedrukt gelaat door het gebouw dwalennadenkende over de eene of andere rijvraagdie hij had doorstaan of misschien nog zou te doorstaan hebben, 't Was stil en somber tusschen de liooge muren en een zucht van verlichting ontsnapte ons, toen de laatste examendag achter den rug was. 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 151