CXLVII naar dien gulden tijd en waar later hunne niet al te hoog gespannen illusies falen, zal dit voor een groot deel voorzeker aan henzelve te wijten zijn. Zijdie de manoeuvres medemaaktenleerden boven dien de vermoeienissen en ontberingen kennendie het militaire leven kan medebrengen, maar niemand van ons heeft er ooit over geklaagd. Het nieuwe en onbe kende trok ons aan en veel viel er ook daar in verschillende opzichten voor ons te leeren. Den 15den September brak het groot verlof aan, een termdien thans vrij wel eene plaats zou mogen vinden in een archeologisch museum en hoewel de detacheeringsmaanden ons een surrogaat voor het groot verlof gaven, de tijd van 16 September1 October was omgevlogenvóór wij het wisten. Den 30sten September waren reeds oude bekenden van ons gebouw tusschen zijne muren teruggekomen om zich den volgenden dag te onderwerpen aan hunne herexamens. De uitslag viel niet medeeen viertal moesten de lessen van hun afgeloopen studiejaar wederom volgend. w. z. ze zouden allen moed mbeten bijeenroepen om weer te beginnen een lang jaardat hun eindeloos toescheen. Den 16den September waren reeds de cadetten van de H. B. S. afkomstigaangekomen en de avond van den lsten October vereenigde weer het geheele korps binnen Kilacadmon, daar 20 Sept. de Cadetten afkom stig van de C. S.na een verlof van twee maanden hun nieuw verblijf waren komen opzoeken. Er was veel veranderd in onze afwezigheidhet officierskorps had tengevolge van het grooter aantal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 153