J CXLVIII cadetteneene uitbreiding ondergaan en 's avonds tusschen vijf en zeven uur bleek de amusementszaal soms te kleinom al haren bezoekers een plaatsje aan een tafel te kunnen aanbieden. Een van de belangrijkste veranderingen vonden wij bij onze terugkomst angebracht in de wapenkamer. Ook de cadetten der Koninklijke Militaire Academie waren van nu af aan bewapend met het nieuwe geweer M. 95, ter vervanging van het geweer M. 71 hetgeen vooral voor hen, die tijdens hun detacheering gewoon waren geworden aan het nieuwe geweer, eene zeer aangename verrassing was. Den 25sten October werd ons een order van den Gouverneur ter kennis gebrachtdie zeer zeker velen zeer aangenaam was; daarin toch, werd ons ter kennis gebracht, dat onderscheidingsteekenen zouden worden ingevoerd voor die cadetten-sergeant, die de functiën van sectie- en escouade commandant vervulden en wel in den vorm van een gouden of zilveren kroon op den linkerbovenmouw. Ook werd aan de cadettendie voldaan hadden aan de eischen voor het radicaal van scherpschutter, als onderscheidingsteeken een gouden of roodzijden ster, te dragen op den linkerbovenmouw toegekend, terwijl eindelijk aan hen die zich wisten te bekwamen tot meester op een der drie wapens (sabel, degen of geweer) vergunning werd verleend, buiten dienst en voor eigen rekening, een degen te dragen. Het waren bange dagen voor de Redactie van den Almanak, die eerste dagen van het nieuwe studiejaar; het aantal inzendingen was zeer gering, en de ver- <r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 154