F J 5 eed van trouw zal zwerenvan trouw aan onze Koningin, ons vaderland; ook thans klopt ons harte met denzelfden gloed, woont daar dezelfde stil-reine eerbied en blijft de heilige overtuiging er heerschen dat dezelfde aandoening van zielsverrukking, die in ons omging, toen we als knaap op die beminde trekken staarden, ook in later dagen weer jeugdig en frisch op den voorgrond zal treden en dat we het met oprecht geweten ons zeiven zullen kunnen herhalen in heiligen eenvoud, dat we nooit, zelfs één oogenblik onzen eed vergaten Gij allen, die in Nederland zult blijven, mocht ge ééns misschiengeroepen worden tot de verdediging van ons vaderland, omringt dan onze dierbare Vorstin met eene schare van trouwe wachters, en beschermt met uw leven den Troon van Oranje, opdat geene schendende hand zich ooit zal kunnen strekken naar dat kleinood, dat u juist in bange oogenblikken dier baarder dan ooit zal zijn! En gijdie in de koloniën onze vaan zult hoog houden, wellicht zal eene lange reeks van jaren reeds tot het verledene behoorenwaarin ge uwe Vorstin niet zult hebben teruggezienwellicht is u het lot beschoren daar te vallenals offer van uwen plichtdoch moedig zult ge strijden, totdat uwe laatste krachten u zullen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 161