f j 21 «Dat heb je me verteld, ja." »We moesten er toch eens gauw naar toe, om onze nieuwe plunje te laten bewonderen vindt je niet?" »Nu, ik moet van middag nog zooveel visites maken dat ik niet weet of ik daar wel den tijd voor heb." «Kom, stel die dan maar een dag uit en laten we samen onze opwachting gaan maken." «Nu goed dan, kom mij dan van middag maar halen, dan zijn we dicht bij de tram." «Afgesproken, bonjour, tot van middag." De vrienden scheiddenen slaan den weg naar huis in. De geschiedenis van Sandijk in zijn laatste jaar als cadet is kort. Eindelijk was hij met zich zelf eens gewordendat hij het ernstig met Stanny meende. Hij nam zich evenwel stellig voor, er met niemand over te sprekenvóór hij officier was. Om gelijk met haar naar Indië te gaan, daar rekende hij niet op. Hij wist hoe mevrouw Banckers er over dacht, en hij zou overgelukkig zijn, indien hij wist, dat in Holland een hart vol liefde voor hem klopte. Hij had van middag alleen willen gaanom haar te spreken, en te vertellen van zijn liefde, die trachten zou haar leven gelukkig te maken met alle kracht die er school in zijn toewijding voor haar. Die vele visites waren maar een verontschuldiging geweest. Hij vond het niet mooi van zich zeiven, dat hij Van der Lake een beetje om den tuin had willen leiden, maar later zou hij him immers alles verteld hebben en Van der Lake zou het dan wel hebben vergeven, zoo veront schuldigde hij zich zelf, maar het voorstel van Van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 177