23 Sandijk wist niet, wat hij zag of hoorde. Doods bleek stond hij daar het tweetal aan te staren, en zweeg. Eerst toen Van der Lake hem bij den arm schudde, en toeriep: «Kerel, feliciteer me toch als den gelukkigsten aller stervelingen't is de zuivere waarheid, die je ziet!" eerst toen kwam Sandijk tot zichzelvenreikte zijnen vriend en Stanny de hand, en zei: «Van harte hoor, wees gelukkig met elkaar!" Meer kon hij voor't oogenblik niet uitbrengen. Dien middag bleven Sandijk en Van der Lake op Villa Flora dineeren en eerst laat in den avond werd afscheid genomen. Toen de schelpen van de tuin paden onder hunne voeten kraaktenwas het Sandijk die het eerst het stilzwijgen verbrak. «Zeg, vindt je goed, dat we naar huis loopen? 'tls zulk heerlijk weer en ik ben nogal warm. Bovendien heb ik je nog veel te vragen." Sandijk slaakte een diepen zucht. «Sedert wanneer was je in stilte met Stanny ver loofd? Ik heb er nooit iets van gemerkt." «Dat mocht ook niet. Je weet misschien nog wel, dat ik twee jaar geleden een tijd lang zoo terneerge slagen ben geweest? Nu, toen merkte ik op, dat ik hartstochtelijk van haar hield; haar omgang met jou deed me vermoeden en vreezendat deze liefde van haar kant onbeantwoord zou blijven. Dat denkbeeld hinderde me vreeselijk en verre van jaloersch te zijn op je schijnbaar succes, wilde ik tot iederen prijs zekerheid hebben. Ik verklaarde haar dan mijne liefde en smeekte haar, mij haar antwoord hierop te zeggen. 0, dat oogenblik van spanning zal ik nooit vergeten!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 179