J 24 Slanny zwijgend voor me gezeten, met starende oogen, die niets verriedenvan wat er in haar omging. Eindelijk, nadat dit zwijgen mij eene eeuw had toe geschenen, begon zij eerst te spreken: »»Van der Lake, je weet dat ik je altijd graag heb mogen lijden, maar wat je niet weet, is dat ik je ook reeds langer dan twee jaar heb lief gehad. Hing het van mij af, ik zou innig gelukkig zijn, indien ik je nu reeds mijn jawoord kon geven, maar mama heeft hier de eerste stem. Ik kan geen beslissing geven zonder haar!"" »En toen, Sandijk, heeft zij en later ik, mevrouw trachten te overreden. Je weet, zij was er altijd tegen en zei ook, dat het inconsequent zou zijn, als ze nu toch hare toestemming gaf. Eindelijk kon ze niet langer weerstand bieden aan onze vereenigde pogingen om haar over te halen. Ze gaf toe, wij konden ons engagement publiek maken, zoodra ik mijn officiersaanstelling in den zak had. Vóór dien tijd mocht er met niemand over gesproken worden zelfs met jou niet. Dat is nu gebeurd." Zwijgend liep Sandijk voort. In zijn gemoed kookte het als in eene zee, hij was geheel in opstand. Had hij ooit kunnen vermoedendat eenige band bestond tusschen zijn vriend en het meisje, dat hij aanbad met zijn geheele hartstochtelijke natuur, hij had wellicht de liefde in eigen boezem kunnen smoren, maar hij kon zulks niet gedacht hebbenzonder de woorden van mevrouw Banckers te wantrouwen. De gedachte van onopenhartigheid van haar kant drong zich, zijns ondanks, aan hem op. Hij begon wrok te koesteren, niet tegen Stanny of Van der Lake, verre van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 180