27
het: «Rechts om, Voorwaarts marsch!", nog een af
scheid met de hand en de schildwacht werpt de poort
ratelend achter de vertrekkenden dicht.
Sandijk zit nog steeds aan het verloopen gesprek
te denken, lang nadat zijn vriend vertrokken is. Van
daar, dat hij het geraas van een ver verwijderd ge
weervuur niet hoort, vóórdat de sergeant der wacht
hem komt meldendat er in westelijke richting ge
schoten wordt. Met schrik springt hij op, snelt naar
het bastion, en komt nog juist op tijd, om tusschen
twee salvo's door, de tonen van eenen infanteriehoorn
op te vangendie om versterking roept. Zijn sabel
om te gespen en vijf en twintig man om zich te ver
zamelen, is het werk van een oogenblik. Inden ver
snelden pas rukken de dapperen voorwaarts, het
geknetter der schoten wijst hun den weg. Het geluid
wordt sterkermaar het geringere aantal schoten wijst
op gebrek aan munitie. «Looppas!" wordt bevolen,
hoera's aangeheven, om de in 't nauw gebrachte
kameraden tot volharding aan te sporen en spoedig
zijn zij nu op de plaats van het gevecht aangekomen.
Met één oogopslag overziet Sandijk den toestand: de
vijand staat gereed tot den aanval met het blanke wapen
er is geen tijd te verliezenwant het troepje van
Van der Lake is zeer gedund. De nog strijdenden
zijn uitgeput, maar vastberadenheid spreekt uit hunne
gefronste wenkbrauwen en vast gesloten lippen. Met
moordende zekerheid jagen zij het lood in den drom
der vijanden. Hun aanvoerder geeft het voorbeeld.
Kalm en ernstig staat hij daar, te midden zijner wapen
broeders. Met vaste stem geeft hij zijne bevelen en