28 laat zijn revolver van tijd tot tijd hooren in de onheil spellende harmonie der schoten. Slechts hij schijnt onvermoeibaar, fier verheft zich zijne slanke gestalte boven de knielende en liggende manschappen. Maar het is reeds de overspanning van het oogenblik, die hem op de been houdt. »Attaqueerenbrult Sandijk en snelt, met de sabel in de vuist zijnen troep vooruit. Met een donderend hoera stort hij zich in den rug des vijands. Deze, zoodoende tusschen twee vuren gebracht, biedt een wanhopigen tegenstand, maar tot eiken prijs moeten de onzen zich trachten te vereeni gen. Het gelukt Sandijk het eerst door de vijanden heen te dringen, en zijn vriend te bereiken. Er is geen slagorde meer: vriend en vijand Staan borst aan borst, elk strijdend om zijn eigen leven. Vooral de beide officieren vormen eene schoone groep. Van alle kanten bedreigd, hebben zij zich dicht aan elkaar gedrongen en met vaste hand brengen zij de slagen aan hunne belagers toe. Een reusachtige Atjeher baant zich over dooden en gekwetsten een weg en nadert Van der Lake in den rug. Reeds zweeft de klewang hem dreigend boven het hoofd, en zal straks neerdalen, om hem den schedel te splijten. Sandijk ziet dit nog bijtijds. »Hem niet!" roept hij, en werpt zich voor zijn vriend. De moordende slag treft maar al te goed; zijn zelf opofferende daad kost hem het levenzonder eenig geluid zakt hij ineen en een welgericht revolverschot van Van der Lake maakt een einde aan het leven van den Atjeherdoch stervend zinkt Sandijk in de armen van zijn vriend, die nu slechts oogen heeft voor hem,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 184