f
30
zorgen, dat het overschot van zijn vriend van avond
nog in veiligheid is. Hij wenkt een soldaat, om wat
water uit een naburige beek te halenten einde
zijnen vriend het bloed van aangezicht en handen te
wasschen. Hij opent diens uniformjas, doch wanneer
hij het oog laat vallen op den ontblooten linkerarm
van den doode, wordt hij getroffen door een naam,
die ten nauwste aan den zijnen verbonden is. Daar
staat het, in groote blauwe letters: »Stanny."
Plotseling begrijpt hij alles, ook alles, wat hem de
laatste jaren onverklaarbaar in Sandijk's gedrag was
geweest, werd hem nu in dat eene oogenblik duidelijk.
Diep getroffen buigt hij zich over het lijk van zijn
vriend en omvat de koude hand die roerloos op de
borst ligt: Brave kerel, had ik dat ooit kunnen ver
moeden."
Katjang