J
EEN DROOM.
t
5)
en zuclit van verlichting, eindelijk, eindelijk is
de moeitevolle arbeid voltooid. Een voldaan
gelukkig lachje zweeft op de lippen van den
jongen man, aan een schrijftafel in een een
voudig, doch met smaak gemeubeld vertrek.
Geheele stapels papier, voor een groot gedeelte be
schreven liggen in bevalligegezellige wanorde op en
over elkander om hem heen verspreid.
De rechterhand rust op een blad muziek en de inkt
aan de pen verraadt, dat nog slechts weinige oogen-
blikken geleden, deze vlijtig over het papier gleed.
Thans geniet hij een oogenblik van het heerlijk
zelfbewustzijniets groots gewrocht te hebbenvan
de zalige gedachte, dat hij nu eindelijk het standpunt
zal bereiken, dat hij zich eens droomde.
Rusteloos heeft hij gewerkt, van urenlangen, inspan-
nenden arbeid zou het vertrekje kunnen getuigen
geen oogenblik van ontspanning heeft hij zich bijna
gegund in den strijd om het levendoch hij heeft
overwonnenzegevierend treedt hij uit dien zwaren
strijd te voorschijn. Daareven schreef hij de finale
6\^