Ecne geschiedenis nit den detacheeringstijd.
«Ik geloof niet, dat je het durft wagen."
»Zou je denken? dat zou je dan toch wel eens
kunnen meevallen."
»En toch wil ik wedden, om alles watje wilt, dat
jij geen minnebrief aan Mien van Baarn durft schrijven."
«Goed, dan zullen we wedden om een grooten borrel."
«Aangenomen."
Dit laatste antwoord werd gegeven door één der
twee cadets, die in eenigszins opgewonden toestand
met een paar kennissen zaten te praten onder de
waranda der villa, die door de ouders van Willem V.
werd bewoond.
Weet je wat Wimvervolgde Albert G.de eerst
aangesprokene, «ik zal je maar dadelijk bewijzen, dat
er voor zoo'n aardigheidje heelemaal geen moed noodig
is," en terwijl hij dit zeide, stond hij op en begaf
zich naar zijne kamer. Na eenigen tijd keerde hij
terug met een elegant briefje, dat hij triomfantelijk
in de hoogte stak.
«Heb je het waarachtig gedaan?" vroeg Willem.
«Ja natuurlijk, ik heb immers gezegd, dat ik het
doen zou en dan gebeurt het ook."
6