f
-J
47
leven hadden geworpen, was niet zonder invloed op
hen gebleven. Dit tijdperk eindigde voor hen met
eene kampeering nabij G.van daaruit zouden dan
eenige kleine manoeuvres worden ondernomen tegen
de naburige vesting N. Eén dag vooral zou »de
groote dag", het glanspunt van die oefeningen zijn en
die dag was nu aangebroken. Aan de troepen was
's morgens en gedurende een deel van den middag
rust gegund, want er zou hoofdzakelijk 's avonds en
's nachts worden gehandeld. Eene sterke partij zou
de vesting moeten aanvallen, die door een veel zwak
kere troepenmacht werd verdedigd.
Albert en Willem, die bij den aanvaller waren
ingedeeld, zagen zich, nadat de troepen in een breed
front tegenover een deel der versterkingen waren
ontwikkeld, juist op het uiterste deel van den linker
vleugel geplaatst, die tot hun spijt vermoedelijk weinig
actief zou moeten optreden. Hunne voornaamste bezig
heid wasom met hunne kleine afdeelingen de bewe
gingen van de groote massa te volgen. Die linkervleugel
nu, was aangeleund aan eenen boschrand, waarin een
voortdurende patrouillegang werd onderhoudenten
einde zich tegen onverwachte aanvallen aan die zijde
te verzekeren. Al gauw begon dat «patrouille loopen"
den cadets te vervelen, maar toen tegen den avond
aan den zoom van het bosch meer en meer door de
bewoners van N. en omgelegen dorpen een plaatsje
werd gezocht, om de militairen, waaronder verschei
dene hunner kennissen warenin hun eigenlijken
werkkring te zien optredentoen vonden zij het wel