51 je zult nu haren naam op eene andere manier moeten ontdekken, als die je tenminste zóó interesseert, dat je er nog meer moeite voor wilt doen. Maar anders, ik moet bekennenje smaak is zoo slecht nog niet geweest." Nog een paar keer had Albert dien avond gelegen heid zijne onbekende te bewonderen. Toen zij einde lijk tegen het invallen der schemering met de familie van Baarn vertrok, kwam zij vlak langs hem heen. Als een oude bekende groette hij haar en het lieve knikje, waarmee zij hem beantwoordde, maakte hem nog meer verlangendte weten wie zij was. Na haar vertrek scheen de manoeuvre het aantrek kelijke voor Albert verloren te hebben. Het was hem alsof er eene leegte was ontstaan, alsof hij iets miste, dat door niets zou zijn te vervangen. Hij lette weinig meer op hetgeen er om hem voorviel, hij werd stil en in zich zelve gekeerd en antwoordde kortaf op de vragendie Willem hem deed. Het was hem onmo gelijk, aan iets anders te denken dan aan haar en hij zag haar nog steeds voor zich zooals zij hem aankeek bij dien laatsten vriendelijken groet. Hoe meer hij echter aan haar dacht, hoe somberder hij gestemd werd, want het was immers heel waarschijn lijk, dat hij haar nooit zou weerzien. Hij begreep, dat zij waarschijnlijk niet eens meer aan hem zou denkenmisschien zou zij nog wel eens spreken over «dien armen korporaal", maar zij zou niet gelooven dat hij meer voor haar gevoeld had dan enkel dank baarheid. Toch liet hij zich nog niet geheel ontmoedigen, hij had er een voorgevoel van hij móest haar weerzien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 207