J 52 De manoeuvre was afgeloopen. Albert en Willem lagen in hun tent, maar slapen konden zij geen van beiden. Albert wilde nog niet slapen, hij wilde zich eerst alles, zooals het dien avond gebeurd was, nog eens voor den geest roependen volgenden morgen zou hij misschien een paar kleinigheden vergeten zijn. Willem dacht ook nog eens na over hunne lotge vallen van dien dag. Ook hem prikkelde de gedachte, dat hij maar niet wist, wie het onbekende meisje was, terwijl hij toch een idee had, als kon hij het wèl weten. Zoo lagen beiden nog eenigen tijd, door hunne ge dachten geboeid. Plotseling echter riep Willem uit: «Ik geloof, dat ik het weet Albert, zij kan de jongere zuster van Mien zijndie was nog op kost school, toen ik 't laatst in S. logeerde; ik hoorde juist onlangsdat zij thuis gekomen was. Maar zeker kan ik het niet zeggenwant zij lijkt tenminste heelemaal niet op Mien". De volgende dag was een Zondag. De oom van Willem had de beide vrienden geïnvi teerd op een «huishoudelijk dinétje." »Ha!" had Willem gezegd, «dat moeten we aannemen, hoor, dat huishoudelijk dinétje beteekent eens bijzonder lekker eten en voor jou zal het bovendien wel eene kennis making zijn met een paar uitverkorenen der Ser beau- monde." Aanvankelijk had Albert liever eens een Zondagje onder zijne eigen kennissen doorgebrachtmaar na de <r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 208