t
57
»En loch is het hier beter, dan in menige ontvang
kamer waar men niets zietdan deftige gezichten
die zoo nu en dan bij hooge uitzondering eens even
glimlachen", zeide Willlem's Oomnadat het gezelschap
een uurtje gezellig pratend had doorgebracht.
Het was alsof het «buiten zijn" allen meer ongedwon
gen maakte. De meisjes waren veel vroolijker dan den
vorigen Zondagavond en de jongelui zorgden wel dat
die goede stemming bleef voortduren. Met eene zekere
waardigheid zat Mien aan het hoofd van de tafel,
half verborgen achter den grooten trekpot, die vooral
het onderwerp was van allerlei aardigheden en die
door de beide cadets als een hoogst nuttig en practisch
instrument werd verdedigd.
Albert had, natuurlijk heel toevallig, een plaatsje
naast Marie gevonden en verwekte nu en dan de alge-
meene hilariteit door zijne koddige uitvallen over de
inrichting van «den salon." Onder het gesprek door
had Willem hem echter al eens veelbeteekenend aan
gezien, om hem te herinneren aan hetgeen hij nog
met Mien moest verhandelen. Als zij daar den heelen
avond in de tent bleven pratenzou Albert immers
nooit gelegenheid vinden, om haar zijne excuses aan
te bieden. Maar gelukkig, een van de meisjes zeide,
dat zij toch werkelijk nieuwsgierig wasom het overige
deel van het kamp ook eens te zien en dit was de
oorzaakdat het voorstel om eene wandeling langs de
tenten te gaan maken, met algemeenen bijval werd
aangenomen. Achtereenvolgens werden de gewone tenten
en de keukens nu bewonderd en alweer heel toevallig
J