f J TWOFEL. I wreede hoop, die stil gekomen zijt, Weer in mijn Leven; Wilt ge mij doen gelooven en begeeren die begraven dacht de laatste bloeme? Eens hebt ge glas voor parelen mij gegeven En wilt ge nudat ik de handen strekke Naar hoogeen sterdie ge weer flonkeren doet O, 'k dacht, ik had mijn strijd gestreden, En nuis het dan mogelijk dat nog bloeit Een bloem voor mijeen Levensbloem Of, wilt ge mij slechts doen gelooven, In liefde, Weelde, Licht en Leven, Om straks met spottend schaterlachen ijn laatste bloem mij weer 't ontnemen S. N. 30 Sept. '97.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 216