-J LEVENSBEGIN, I. ij éven zeventiensedert een paar dagen heeft ze het haar opgestokenen haar rok raakt nu geheel den grond; ze is wat je noemt: een stevige meidheeft een smakelijke rosefrissche kleur, een paar heldere oogen die alleen nu en dan zonderling in de verte kunnen starenals ze maar daarover straks kleine voeten in verlakte schoentjes, en smalle, ietwat magere handen. Ze beweegt zich onbewust elegant en lenig; er zijn dagen, als ze gestoeid heeft in den tuinof getennisdof hard geloopendat ik haar bepaald mooi vinden erg veel lust heb haar gloeiende wangen te zoenen. Maar ik doe het nooit; toen ze klein was, en op mijn schoot zat, wél maar al sedert een paar jaar niet meer; ik weet niet waarom. Ik juist dertig; donker, vrij forsch, langzaam in mijn bewegingeneen vreemde vermoedt een tikje geblaseerdheid onder dat laatstemaar 't is toch zoo is* - r* *v .vk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 217