63 of ik later beroemd wilde wordenen of het heusch waar was, dat er elfen en kabouters bestaan. En nu is ze bijna volwassen en doet soms vragen, die moeielijker te beantwoorden zijn. II. Aan den vijver, onder den wijd neerhangenden boom. Iloe gloeit en vlamt en glinstert alles in de gouden Octoberzon Ella ligt languit in het gras, voorover, midden tusschen de verdorde blaren; ze leest. De groote, reuzengroote Newfondlander ligt naast haar, en beiden hijgen nog van het dolle rennen door den tuindoor heggen zijn ze gekropen en over struiken gesprongen. Ik lig in een luierstoelrook sigarettenvoel me behagelijk in het soepele flanel van mijn tennispak, en blader in een boek. «Waarom gaat Windekind weg, als de kleine Johan nes met Wistik gesproken heeft?" vraagt Ella, opziend. «Johannes deed toch geen kwaad «Jawel" antwoord ik, «wat deed hij ook 'snachts buiten te slapenonder den mantel van een avonturier als Windekind. Hij had thuis moeten blijven, bij zijn vader, en 's avonds behoorlijk zijn schoolwerk maken, en om acht uur naar bed gaan. Zoete kinderen, die bij vader thuis blijven loopen nooit gevaar bedrogen te worden door Wistik." Ella leest verder. Ik kan me zoo goed begrijpen, dat veel jonge mannen verliefd worden op het frisch-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 219