--e# 05 ondergang van een manden man dien zij allicht niet eens kent." Ik begrijp je niet. Moeten we dan niemand lief hebben En mevrouw Bloeming is die dan jou ondergang?" Ida Bloeming! Ik schrik heftig. Weet ze iets? Hoe weet ze 't? Maar ze moet het onbewust hebben ge zegd. Ella heeft ons maar ééns samen gezienaan een diner. Ze beantwoordt mijn onuitgesproken vraag: Ja ik zag hoe jullie elkaar aankeek: zóo, als ik zou willen dat je mij aanzag, zóó, dat ik in je oogen alle antwoorden op al mijn vragen zien kon, dat ik de antwoorden kon lezen uit je ziel." 't Begint kil te worden. Ik antwoord, maar tuur in den vijver, en spreek eigenlijk tegen mezelf, en ik zie Ella niet aan. Ik ben aan de laatste bladzij van mijn roman. »Ida mijn ondergang? Ik weet 't niet. Misschien misschien niet. Morgen zal ik 't weten mis schien ook nooit. Er bestaat maar één leidende kracht in de wereld hartstocht. Er is ook maar één ding dat je ontloopen moet hartstocht. Die maakt blind en waanzinnig. Al het andere verzinkt en wordt nietig daartegenover, al de rest is een armzalige komedievertooningbelachelijk woordengeknutsel. Alleen de hartstocht is er, oppermachtig. Wanneer die zegt: je moet Ida Bloeming liefhebben dan doe je het, dan bedrieg je je beste vriendendan zeg je leugens en doet laaghedenals dat alles daartoe noodig isdan 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 221