80 Haastig maakte hij van de eerste gunstige gelegen heid haar weer te naderengebruik en vroeg haar het voorrecht eener wals. Met licht verklaarbare vreugde zag hijdat zij voor den éénigendien hij nog open had, nog niet was geëngageerd. Een en al geestdrift is hij nu gewordenzijne ge sprekken die in het begin na het verschijnen der wonderfee niet zeer interressant zijn geweest, zijn nu boeiend en met een vuur, dat onwillekeurig mede- sleept. Eindelijk nadert het oogenblik, dat ook hij haar ten dans zal mogen geleiden. Een heerlijke wals van Strauss doet hem zijns ondanks een wijle trillen van geluk en als hij haar dan in zijne sterke armen weg voert voortgewiegd op de goddelijke tonen der muziek als haar adem zacht zijn wang beroert en hare oogen schitteren van genot, dan vergeet hij voor een oogenblik alles en denkt zelfs niet meer aan Elly, zijne verloofde, die ver vandaar hij zijne moeder nederzit en spreekt over haren lieveling en over haar geluk In opgewonden toestand keert hij des avonds- naar huis, zich zeiven verachtend, dat hij zich zóó heeft kunnen vergeten, dat hij zelfs den trouwring van zijnen vinger heeft afgerukt, uit laffe vrees, dat »zij" zien zou, dat hij haar nooit mocht, nooit zou kunnen liefhebhen. En wie is dan toch die »zij", hij kent ter nauwernood haren naam, weet niet, wie en wat hare familie isen danwellicht is hij haar zelfs niet opgevallen en herinnert ze zich misschien morgen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 236