f niet bekennen en wat hoopte hij er niet op, dat zijn verzoek hem zou worden geweigerd! Eenige dagen later kwam de dienstbrief, waarin het verzoek van den 2den luitenant Wanings was ingewilligd en bij het lezen daarvan wordt het hem wee om 'thart, wordt het hem maar al te duidelijk, dat hem het afscheid te zwaar zal vallen. Weer een oogenblik komt voor zijne oogen het beeld der beide vrouwen in het kleine plaatsje in 't moeder land, die hij nu reeds sinds ruim eene week niet heeft geschreven. Met de wanhoop in 't harte zet hij zich neder aan zijne schrijftafel en verscheurt het eene begin na het andere, hij, wiens pen altijd zoo vlug en vroolijk over het papier placht te vliegen als hij schreef aan haar, die hij voor God en de wereld boven alle vrouwen tot zijne uitverkorene had verkozen en die hij meendezóó lief te hebben Hij voelt de bittere, harde waarheid en toch zijn geene enkele minuut de donkere kijkers van Louise weggebannen uit zijne gedachten, hij kan het niet, en zwakke zielhij wil het ook niet meer. Nog slechts vier korte dagen en hij zal ze niet meer zien de bevallige gestalte, die licht als een veder door de lanen kan vliegen, vroolijk en uitgelaten als een kind en dan weer zoo ernstig en droefgeestig, als hij haar zag deze laatste dagen, toen hij zichzelven, wilde dwin gen, stil en koel tegen haar te zijn. Doch dan eindelijk schrijft hij en het eergevoel van den officier verstikt voor een wijle alle andere gevoelens en hij schrijft een lieven, vriendelijken brief aan Elly

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 240