89
achtereen op het dek, starend over de blauwe golven
naar het Westen, waar Batavia moest liggen, de
eerste grond, die hij in Indië had betreden en die
hem nu zoo dierbaar was geworden.
Op de plaats zijner bestemming aangekomen, doet
hij werktuigelijk zijnen plicht en tracht voor zijne
collega's te zijn, zooals hij anders was, zooals weinige
maanden geleden te Bataviawaar men zoo zeer zijn
gezelschap zocht. En ook werktuigelijk schrijft hij
naar huis, naar zijne betrekkingen, doch niet zoo veel
meer en toch ook zoo geheel anders dan vroeger
Doch als nog eenige weken zijn voorbijgegaan, dan
gevoelt hij dat het zóó niet kandat het zóó niet
mag blijven. Hij kan zijne Elly, die hij nu uiterlijk
over drievier maanden in Indië zal zienniet onder
de oogen treden als een leugenaar; hij kan haar niet
meer schrijven, zooals vroeger, vóór hij »de andere"
kende.
Het kost hem veel, oneindig veel, doch hij neemt
het zich stellig, heilig voor, haar alles te schrijven,
alles te bekennen, haar te zeggen, hoe hij geleden,
gestredendoch ook overwonnen heeften haar
dan te vragen, na alles, wat geschied is, of zij nóg
op hem zal kunnen vertrouwenof ze nóg met hem
den kamp door 't leven durft bestaanMaar haar te
zeggen, dat hij haar nog liefheeft, juist als vroeger,
dat kan hij niet, doch wel is zijne heilige overtuiging,
dat hij haar zal behandelen, zooals ze het verdient,
en dat zij hem nooit, zelfs niet het geringste, zal
kunnen verwijten. Hij schrijft haar, dat hij heeft
n