-j 92 Eene doodelijke bleekheid overtrekt het gelaat, dat daareven nog zoo'n bekoorlijk blosje vertoonde. Vernietigd hare droomenvernietigd haar geluk haar alles! Want ze gevoelt het, hoeveel smart het hem heeft moeten kostenzoo iets te schrijvenafstand te doen van alles, zijn gansche leven om harentwille! Maar toch, bitter bedenkt ze, hoe wreed hij gespeeld heeft met haar arm onschuldig meisjeshart, dat zoo blindelings in hem geloofde! Kon het wel werkelijk mogelijk zijn, dat hij zooveel van haar had gehouden, als hij haar altijd had doen gelooven, als hij dan zoo spoedig haar geheel kon vergeten voor eene bijna onbekende! Doch hij schreef haar immers ook, dat thans alle strijd geëindigd was en hij haar zoo spoedig mogelijk in Indië hoopte te zien! Was dan werkelijk alles voorbij Neen immers. Een oogenblik bleef ze stil, bij de gedachte hoe zijn karakter toch wel edel en groot moest zijn, daar hij haar alles schreef, zonder eenig voorbehoud, zonder zelfs te trachtenzich te verontschuldigen Dan leunde ze weer achterover in hare kussens, terwijl een weemoedig, droef glimlachje haar gelaat zoo lief, zoo onuitsprekelijk lief maakte. »Zoo edel, zoo groot". Daar zeide ze het immers zelve. En mocht, kon »zij" hem dan zoo hartstochtelijk laten lijden, zoo nameloos ongelukkig maken? Mocht ze dan die twee wezens, die misschien beter voor elkaar geschapen waren, dan zij het waren geweest, van elkander scheiden door haar persoon, om zelf, geacht <r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 248