't Vertrek gevuld met vloeiend licht,
Van een albasten lamp met rooden kap,
Herinneringen glijdend door de stilte,
In blanke waden langs de schemerwanden
En vluggewiekt als duiven drijven
Op donzen vluchten weelde met zich voerend
Mijn droomen door mijn heiligdom.
Dan is hetof muziek van heelheel ver
Golft door het weeke licht mij in het oor,
En of een fluisterstemmedie ik ken,
Mij mijne droomen uitlegt over gulden toekomst.
S. N.
30 Sept. 1897.