„benootpen."
«Het is onmogelijk vader, U zult mij tot zoo iets
toch niet dwingen, ik kan het niet doen."
«En toch blijf ik bij mijn besluit en hoop ik datje
in zult zien dat verdere tegenstand tot niets leiden zal.
De eerst volgende maand vertrek je naar Utrecht."
Deze laatste woorden werden door den Heer Van
Aalden tot zijn zoon Henri gericht, die, inziende dat
verdere tegenstand nutteloos zou zijnde kamer toornig
verliet, de deur vrij onzacht achter zich sluitend.
Henri was het eenigst kind van den chef van een
groot handelshuisdat door geheel Europa bekend
stond. De oude Heer Van Aalden was een «selfmade
man", zijn eerzucht en onverzettelijke wilskracht hadden
hem geholpen in den strijd tegen vooroordeelendie
hij had moeten trotseerentegen 's levens omstandig
heden die hem met ijzeren boeien hadden willen
ketenen aan de zeer ondergeschikte betrekkingdie
hij vroeger had bekleed. Zijn werkkracht en energie
hadden hem staande gehoudenwaar anderen reeds
lang den kamp zouden hebben opgegeven, en diezelfde
mandie getoond hadzijn wil als wet aan anderen te
kunnen opdringen, die met een taai geduld en stalen