102 En leest men nu dit rijm, Eens voor aan nieuwe baren Dan rijzen reeds terstond Te berge hunne haren. Zij wringen hun gestalt' In d' allerzotste bochten Tot groot vermaak der lui, Die hen tot prooi uitzochten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 258