108 in een bont mengelmoes dooreen, maar hij lette er niet op, zijn gedachten hadden hem teruggebracht aan een sterfbed, dat zijner Moeder. Hij hoorde haar stem weer Henri" jongen, je zult veel slechts zien, misschien zult ge denken dat de wereld weinig goeds te geven heeftmaar jongengeef niet toe aan dat gevoel, er is veel moois en waars, maar je moet moedig zijn, en den strijd aandurven. Henri was losgebarsten in snikken; op zijn knieën gevallen voor het bed, en haar bleek gelaat bedekkend met kussen, had hij haar gesmeekt niet heen te gaan in zijn angst voor het onbekende alleen zijn, voor de werelddie hij vreesdeofschoon hij niet wist waarom. Zij had hem de uitgeteerde handen op het hoofd gelegd, en hem moed ingesproken, zij die aan den rand van het graf stond, en met een kracht sterker dan zijn smart, had hij zich bedwongen, en met zijn hand in de hare, met haar blikken op hem gevestigd, was zij heengegaan naar het land, waaruit nooit iemand is teruggekeerd, om den twijfelaar hoop, den moede veerkracht te schenken. Het was alsof er iets gebroken was in hemmaanden en maanden had hij geleefd in afzondering, totdat de natuur eindelijk haar rechten herwon. Hij had zijn kennissen opgezocht en langzamerhand had hij zich weten te verzoenen met de werkelijkheid. Er is geen vijand zoo wreed als smart, slechts zeer zelden is zij genadig en doodt haar slachtoffer met één greep, maar gewoonlijk laat zij het het leven mêetorsen, jaren en jaren achtereen. Henri had zijn vader nimmer gekend, daar deze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 264