f 112 verhit breinen liet hij zich weer zinken in dien rustigen stroom van niet denken. Zoo zou hij zijn leven doorgaanhij zag het voor zich liggendorals een woestijnpadlangzaam maar zeker naar den dood. En dan in zoo'n kist onder den grond. Hij rilde evenen Een tikje op zijn schouder deed hem opschrikken. «Stap je mee op, dan gaan we een beetje bij den «Ouwe" zitten, daar is het nu lekker" inviteerde Jan. Henri gooide zijn hoofd met een ruk op; verwon derd, nog niet begrijpend wat hem gevraagd werd, keek hij den «Ouwe" even aan. Toen eensklapsterug- keerend in hun midden met zijn gedachten, «neen dank je", en na een oogenblik wijfelens «ik heb wat hoofdpijnik ga strakjes kalm naar huis". Nog even drongen de anderen aanmaar spoedig gingen zij heenlachend en pratend. «Nu dan, als je niet wilt, bonsoir, bedenk je je niet" riep Damme nog. «Nee, schudde Ilenri met zijn hoofd, even zuchtend, als van verluchting, toen zij weg waren. Na een half uurtje ging Henri ook heen, langzaam in gedachten verzonken stapte hij het Bosch door naar huis. En morgen zou hij weer gaan naar zijn werk, machinaal, zonder ambitie. S. N. T6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1898 | | pagina 268