115
tot haren reinen eenvoud, totdat hij zich plotseling
had teruggetrokken uit haar bijzijn, omdat het hem
langzamerhand maar al te duidelijk was geworden,
dat het meer was dan vriendschap, het gevoel, dat
hij haar toedroeg.
Rusteloos had hij toen gearbeid, maanden lang, en
het was hem eindelijk mogen gelukken, zooal niet
geheel te veigeten, dan toch met kalmte en berusting
aan haar te kunnen terugdenken.
Totdat hij haar plotseling had teruggezien en ze hem
gevraagd had, schuchter en zacht, wat ze hem mis
daan had
Had hij toen slechts kunnen zwijgende woorden
kunnen terugdringen in zijn binnenste, die in toome-
loozen hartstocht van zijne lippen waren gevloeid!
Nu zou het misschien reeds te laat zijn, nu wist
hij het, dat ze hem liefhad, oneindig teeder lief, met
alle kracht, waarmee het naïeve hart kon beminnen,
zij had het zoo natuurlijk gevonden, het hem oprecht
te zeggen, onbewust dat reeds het booze venijn dei-
wereld zijn weg zocht naar haar rein gemoed. En
hij zelf, hij had zich zoo rijk gevoeld bij hare beken
tenis; met geweld had hij alle ketenen van zich afge
schud en in haar bezit rust en vrede gevonden. Thans
kon hij zich het leven niet meer voorstellen zonder haar,
zonder dat ze zoo trouw aanhankelijk zich tegen hem
aanvlijde, het hoofdje verborgen aan zijne borst, waar
ze zich zoo veilig, zoo stil-gelukkig gevoelde, of haren
lieven helder zilveren lach hoorde, het kuiltje, dat
haar zoo allerliefst stond, de wangen zag plooienzoo
schalkschzoo bekoorlijk, dat hare fraai-witte tanden
zoo heerlijk deed uitkomen