419
Weinig vermoedt ze, dat het voor het laatst zal zijn.
Nog eenmaal neemt hij haar in zijne sterke armen,
en kust haar met al den verterenden gloed zijner innig
zoete liefde, voor het laatst nog bezwijkend voor zijne
alles overweldigende passie.
Dan ontrukt hij zich, met alle kracht, die in hem
is en doet haar naast zich neder zittenfluisterend
dat ze kalm zal blijven en luisterennaar wat hij haar
onherroepelijk zeggen moet.
Ze ziet hem aan met hare groote mooie oogen, die
spreken van vertrouwen, van geloof, doch nu onmis
kenbaar eenige angst verraden.
Hij is zoo vreemd, zoo geheel anders dan gewoonlijk!
Dan spreekt hij met haar, eerst zacht en weifelend,
later snel en gejaagd, haar niet durvend aanzien,
omdat hij voelt, dat hem dan de kracht zal ontbreken,
te eindigen. Hij tracht het haar duidelijk te maken,
zoo zacht hij het kanzóódat het haar zoo min mogelijk
pijn zal doen, zegt haar, dat het hem zoo oneindig
veel smart kost, haar dit alles niet te kunnen sparen,
doch dat ze moet weten, waarom het niet anders zijn
magwaarom ze moet berusten en trachten hem te
vergeten.
Dan wacht hij op eenig antwoord, eenig verwijt,
doch ze blijft zwijgende oogen strak voor zich uit
starend, zonder uitdrukking hij waagt het haar
aan te zienslechts één ondeelbaar moment en in
het halfduister is het hemals zag hij paarlen glin
steren aan de neergeslagen wimpers.
Beschermend slaat hij den arm om haar heen
onmachtig haar te troosten en in een oogenblik van