j
126
«Uw monocle niet op mijn hoofd
te laten vallen".
«Maar dat woord, zulk een insultie, ik laat mij niet
afl'ronteerenals ik par malheur mijn monocle ver
lies. Ik vind uw handelwijze zeer communmijnheer
en u zult mij satisfactie geven."
De Lange, die zich omgekeerd heeft, om het twist
gesprek te kunnen volgenkijkt Cor aan als wachtte
hij op zijn antwoord. »U... bent... een... weinig...
geïndisponeerdklinkt er eindelijk van Cor's lippen,
terwijl hij de stem van den beleedigde tracht 11a te
bootsen en met een ongewone woordenrijkheid vervolgt
hij Ik ben parole d'honneur ébahivan
uw woorden.
De Lange keert zich omom niet in lachen uit te
barsten over Cor's vermakelijke stemen de anderdie
begrijpt, dat de waarschijnlijkheid niet is uitgesloten,
dat hij voor den gek gehouden wordt, staat woedend
op en reikt Cor zijn kaartje toe. Heel langzaam neemt
Cor het aan en haalt nog veel langzamer een groote
portefeuille uit zijn zak, waaruit hij met groote omzich
tigheid een visitekaartje neemt en het den woedenden
fat aanbiedt, waarna deze onzen vrienden den rug toe
keert en uit de loge verdwijnt. Slaap... lekker, roept
Cor hem nog achterna maar reeds is de deur dicht
en vermoeid over zijn speech, laat hij zich weer zakken
in zijn fauteuil. De Lange, die de zaak werkelijk uit
een ernstig oogpunt beschouwtbegint nu met Cor
over de te treffen maatregelen te sprekenmaar de
laatste is niet te bewegenom zich het verder lastig
te maken over «die nonsens", zooals hij het noemt en
laat aan zijn vriend alles over.