m
CLXXVI
December zelf schonk ons twee lichtpuntenSt. Nico-
laasavoncl en Kerstverlof. De goede Sint bracht ons
als geschenk van den Gouverneur een extra-gelegenheid
tot uitgaan.
Vóór het aanbreken van het Kerstverlof hield de
Kapitein-Kwartiermeester Kley van het Oost-Indische
leger in de uitspanningszaal eene voordracht over «Het
Vaandel", welke met onverdeelde aandacht werd gevolgd.
Den 23sten December 's morgens vroegvertrokken
wij met Kerstverlof, waarvan wij den 3den Januari 1898
weer naar de Academie terugkeerden. Weinig aan
trekkelijks bood ons die terugkomst; de gezellige,
huiselijke genoegensin het Kerstverlof gesmaakt
maakten thans plaats voor een verblijf in het koude,
kille ridderslot van weleer. Slechts hijdie als
cadet een winter heeft doorgebracht op de Academie
kan zich eene juiste voorstelling maken van dien
overgang. Veel tijd om over ons lot na te denken
restte ons echter niet: den lOden Januari zou het
halfjaarlijksch examen beginnen. Drukker dan in de
gewone tijden werden de eigen-oefeningszalen tusschen
vijf en zeven uur bevolkt en de speeltafeltjes in de
uitspanningszaal (obittere ironie in die dagen) werden
in hun rang als tafel overgeplaatst bij het wapen van
Minerva. Negen volle dagen duurde dit examen; toen
den 19den het onderzoek naar de geestelijke capaci
teiten achter den rug was, slaakte menigeen een zucht
van verlichting.
De termijn van genoemd examen zou echter niet
verstrijkenzonder dat aan dc Academie een gevoelige