11
geven. Maar op het oogenblik toen de achter Chandeau
rijdende trompetter, zooals zijn plicht hem voorschreef,
dit signaal wilde overnemen, had de majoor hem met
een krachtigen vloek en een dito sabelhouw de trom
pet uit handen geslagen. Eerst na een verwoeden
tegenstand ging ook majoor Chandeau terug, letterlijk
bij zijn kraag meegesleept door tien huzaren, de eenig
overgeblevenen van zijn afdeeling, wien hij onder
hevige verwenschingen alle straffen beloofde, die in de
wet en de reglementen te vinden warennog vermeer
derd met een aantal, dat door hem speciaal voor die
gelegenheid, werd uitgedacht.
Een ander maal had hij opnieuw blijken gegeven
van zijn offensieven geest, doch toen op een wijze,
die aan zijn toekomstige carrière niet veel goed had
gedaan. stond met twee eskadrons in reserve achter
een heuvel, gereed om, ter beoordeeling van zijn regi
ments-commandant, op een beslissend moment in te
grijpen. De majoor had al een uur staan schuimbekken
van ongeduld; het leek hem een persoonlijke verne
dering als reserve te moeten dienen. Op eens, ziende
dat de eigen infanterie door drie vijandelijke eskadrons
ruiterij met een aanval werd bedreigd, had hij opzitten"
gecommandeerdenzonder nadere bevelen af te
wachten, had zijn afdeeling zooals ze reilde en zeilde,
d. w. z. op dat oogenblik in colonne met tweeën, zich
op de tegenpartij geworpen. Slechts zeventien man
kwamen uit deze cliarge terug, en men zeide, dat na
dien tijd, de conduitelijst van majoor Chandeau de
kantteekening ongeschikt voor bevordering" droeg.
Inderdaad was hij sedert die gebeurtenis reeds twee
maal voor een hoogeren rang gepasseerd, maar wan-