XV
Mijne schouders gelegd heeft. Ik ben gelukkig en
dankbaar het Volk van Nederland te mogen regeeren,
een volk klein in zielentaldoch groot in deugden
krachtig door aard en karakter.
Ik acht het een groot voorrecht, dat het Mijne levens
taak en plicht is al Mijne krachten te wijden aan het
welzijn en den bloei van Mijn dierbaar Vaderland.
De woorden van Mijnen beminden Vader maak ik tot
de Mijne: «Oranje kan nooit, ja nooit genoeg voor
Nederland doen."
Bij de vervulling van Mijne taak heb Ik Uwe hulp en
medewerking noodig, Mijne Ileeren, Leden der Volks
vertegenwoordiging; Ik ben overtuigd dat Gij Mij die
in ruime mate zult verleenen.
Laat ons samen arbeiden voor het geluk en den
voorspoed van het Nederlandschc Volk.
Dat zij Ons aller levensdoel!
God zegcne Uwen en Mijnen arbeiddat hij strekke
tot heil van Ons Vaderland!