24
dicht aan ons voorbij ging, stonden wij als aan den
grond genageld.
Langzaam, zeer langzaam, met Koninklijke waardigheid
schrijdt Zij voort, met ernstigen blik Hare wijding te
gemoet de verhevengrootsche wijding van Haar
Koninklijk leven.
Verder schrijdt Zij voet voor voet, minzaam groetend
elk onzer. Breed en zwaar golft de purperen Konings
mantel met hermelijn van Hare schouders, flikkerend
en flonkerend schittert de diadeem van edelsteenen op
het ongedekte hoofd, de diamanten halssnoer, het
sluitstuk van edelsteenen en parelen op het wit
satijnen kleed.
Zoo verdwijnt langzamerhand de Koninklijke stoet
in de Kerk; het gevolg en de vlag- en opper-
ofïicieren achter Haar aan
En wij nog in een soort van extasevolgen Haar
in gedachten; volgen Haar, terwijl Zij, omstuwd door
een schitterenden kring van hoogwaardigheidsbeklee-
ders, naast Hare Moeder nederzit op den troon;
terwijl Zij opstaat om te zeggen met heldere, luide
stemme, de heerlijke woorden, die wij allen kennen,
omdat ze zijn diep gegrift in onze ziel; terwijl Zij
doet den eed, dien de Grondwet voorschrijft, zoo
sluitende, opnieuw, den hechten, inderdaad nimmer
verbroken band tusschen Oranje en Nederland.
Daar komen de wapenherauten naar buitenzij
steken de bazuinen en verkondigen met luider
stemme: Koningin Wilhelmina is ingehuldigd! Leve de
Koningin!"en een driewerf hoezee dondert lang en
krachtig op dezebij doodsche stilteuitgesproken
woorden.