28
Vreugdelijk dansende,
Zegerijk kransende,
Lovend den glanzende,
Keerend met buit.
Smartelijk kreunende,
Dragendden dreunende
Doodenbaar steunende
Zingende uit.
(Haraid komt op).
2de TOONEEL.
11 a r a 1 d
Die bier verschijnt, is Ilarald de Skalde,
Storm heeft gebaard, toen de branding bralde,
Wiegelied was mij het bladergeruisch
Spreken leerde mij 't windgedruisch.
Met woesten drang
Zing 'k nu mijn zang,
Tredend ontembaar in ijzeren gang.
Vrouwen vermijd ik, heur tred is mij zwakke
Bliksem bemin ik, die sterk keert in wrakke,
Donder, die dreunt door de doffe lucht,
Wolken in donkergepantserde vlucht.
Met woesten drang
Zing ik mijn zang,
Tredend ontembaar in ijzeren gang.